Oktober 1945 - 1946/47
er zijn geen afbeeldingen gevonden
Medan gefotografeerd in 1999
er zijn geen afbeeldingen gevonden
Mevrouw Heijmans, kampleidster van het kamp Poelau Brayan A, B, C en Aek Paminke II, heeft haar herinneringen aan het laatste transport, op 31 oktober 1945, direct na haar aankomst in Medan op schrift gesteld. Hieronder haar verslag van de treinreis en de aankomst in Medan.
Hoe laat het nu precies is weet ik niet! Alleen dit éne: het zal wel ver na middernacht zijn. Mijn klokje stond stil op kwart over acht, ik had vergeten het op te winden! Ik vermoed dat het tegen drie of vieren is! Ik kan de slaap maar niet vatten! Ik kan me al 't gebeuren nog niet goed zetten. Na al de vermoeiende weken die we in Aek Paminke hebben gehad, brak dan eindelijk de dag aan, dat wij ook eens aan de beurt kwamen om naar Medan te gaan! Doch de 31e oktober schijnt voor ons, althans voor mij, een zeer treurige dag te zijn, die ik niet licht vergeten kan!
Het begon gisterenmorgen reeds met, toen wij bij het station Aek Paminke aankwamen, reeds een teleurstelling, namelijk dat de trein, die ons moest brengen, nog niet gearriveerd was. Een gek gevoel, liever gezegd, een beklemd gevoel overviel me: ik werd onrustig, maar toonde dit niet, aan wie ook niet! Na herhaalde malen telefoneren kregen we dan bericht dat de trein te laat was, maar hopelijk over een uur of drie zal arriveren. Ik schrok reeds toen één van de heren opperde weer naar 't kamp terug te gaan in afwachting van de trein, als die niet mocht aankomen.
Maar gelukkig liep dit anders uit. De wagons, die feitelijk die nacht twee à drie uur moesten zijn gearriveerd, zijn door een of andere omstandigheid verlaat. Een avond van tevoren bracht brigadier Hooft een 12-tal Menadonese evacuees van Membang Moeda mee naar het kamp. Deze mensen werden lastig gevallen door de nationalisten en vroegen onze militaire steun. Ze zouden dan met ons gelijk de andere morgen naar Medan vertrekken om verder orders af te wachten. Gek is het, maar toen ik gisterenmorgen in de trein stapte en hen zag zitten, werd mijn angst erger en voelde ik mij echt wat je noemt 'onrustig'.
Enfin, om tien uur precies vertrok de trein. Bij de eerste de beste halte, ik meen Membang Moeda, zag ik massa's rood-witten, maar naar gelang ze vermeerderden, vermeerderden ook de Jappen. Allereerst moet ik vertellen, dat onze trein zwaar bewapend is door circa 40 Jappen met machinegeweren. Ook de spoorlijn Aek Paminke-Medan is aan weerskanten zwaar door Japanse soldaten bewaakt. Letterlijk om de 100 meter zag je ze met bajonetten op het geweer.
Enfin dan, onze trein werd door de nationalisten tegengehouden, dat wil zeggen dat één van de leiders daarvan de opeising wenste van deze personen, hieronder waren twee hoogzwangere vrouwen en kinderen. Het was werkelijk een hachelijk momentje geweest. Die man zei, dat als die mensen toch doorreisden 'banjak soesah' (veel gedoe) voor ons zou betekenen. Maar onze transportgeleider Mr. Jones gaf het niet toe! Die nationalist beweerde, dat de trein van de Republiek was en dat hij zeggenschap hierover heeft! Hij had maling aan de Hollanders en de Engelsen, zei-ie, als de toean Nippon wilde tanggoengen, dan was alles oké.
Dit is dan ook gebeurd, de Japanse wacht in de trein werd verdubbeld en we reden zonder incidenten weer verder. Om kwart over vijf zijn we op Medan gearriveerd. Alles is leeg, op het station wachtten ons enkele Europeanen (natuurlijk met verscherpte wachten, Engelse soldaten en Gurkha's).
We reden in vrachtauto's naar de Soos. Je krijgt dan elk een bon, je etensbon. We kregen dan eerst een kopje thee, verder moest je je laten 'registreren' voor de honderdduizendste keer. In rijen moet je staan en je beurt afwachten, daarna krijg je dan te weten waar je en in welke wijk je bent ingedeeld. Ik kreeg mijn wijk te horen: Padang Boelanweg 328. een brok in mijn keel kreeg ik als het ware, toen ik het hoorde. Allereerst werd ons de verzekering gegeven dat aan ons die als laatste aankwamen, maar vooral aan de kampleiding in het bijzonder zou worden gedacht.
Mevrouw Heijmans regelde in oktober 1945 de 18 transporten van Aek Pamienke naar het Poloniakamp in Medan. Hieronder de bladzijden uit het notitieboekje, waarin zij de namen van de verschillende transporten noteerde.