Wat zich afspeelde rondom het schoolgaan 1942 -1945 (Mannenkampen oostkust van Sumatra).
Al vrij snel nadat wij op 14 april, 1942 werden geïnterneerd in de Unie-Kampong te Belawan,kwam de Directeur van de Gouvernements-HBS, de heer H.Thier, met initiatieven om -voor zover mogelijk- de schoolgang weer in gang te zetten.
Al op 9 juni 1942 vertelt RdV in het dagboek S1 1942 "Er is nu in het eerste mannenkamp Unie-Kampong te Belawan een echte school opgericht......".
lkzelf kan mij van een schoolgang in de Unie-Kampong niets herinneren. Op 8 december 1942 verhuisde ik naar de Sint Jozefschool in Medan om daar in de keuken voor de werkende mannen te werken. Voor mij begon het "naar school gaan" pas in het mannenkamp Belawan Estate, waar ik op 10 november 1943 vanuit de Jozefschool aankwam.
Toen de oorlog uitbrak zat ik in klas 4A en ik volgde dus in Belawan Estate zo goed en zo kwaad als het ging dat lesprogramma. De meeste lessen werden gegeven voor A- en B-Afdeling samen. Speciale lessen, typisch voor de A-Afdeling, werden gegeven door de heer W.Keyzer, onze oude leraar Handelswetenschappen, Economie, Staatsinrichting en Nederlands-Indisch Privaatrecht. Een oude rot in het vak, want hij deed alles uit het hoofd, omdat er -uiteraard- geen studieboeken waren.
De schoolgaande jongens werden zoveel als mogelijk vrijgesteld van de vele soorten kampcorvee zoals houthakken, groente schoonmaken en schoonmaakwerk in de centrale keuken, etc.
Papier en potlood was heel schaars voorradig, het stufje werd gemaakt van een beetje latex uit de rubberbomen. Het lukte nog wel eens om een paar bladzijden uit een zakbijbel te bemachtigen, hoe breder de kantlijn hoe beter geschikt voor die aantekeningen die niet vergeten mochten worden. Ik sliep in het onderste bed van een verdiepingsbed en gebruikte de onderkant van de planken van het bovenbed om alles, wat beslist niet vergeten mocht worden, in telegramstijl met arang (=houtskool) daar op te schrijven. Het kladpapiertje werd daarna weer met een blokje latex "schoon gestuft" voor de te maken aantekeningen van het volgende lesuur.
Iedereen wist, dat onderwijs in welke vorm ook door de Japanners verboden was, zodat bij alle lessen die gegeven werden, een paar (schoolgaande) jongens bij toerbeurt buiten het "schoolgebouw" op wacht stonden om met een afgesproken sein te waarschuwen wanneer een bewaker (Jap of inheems) binnen het kamp werd gesignaleerd. Deze jongens -noodgedwongen afwezig op de les- werden door bun klasgenoten na schooltijd bijgewerkt.
Voor zover ik mij nog kan herinneren heb ik het "eind-examen" in juli 1944 met een vijf- tot tiental jongens gedaan. Er werd heel veel mondeling "verhoord" omdat er bijna geen papier was. Bij een vak als dubbelboekhouden behielpen we ons met het zanderige schoolplein,waarop de diverse boeken zoals bijv. Kasboek, Bankboek, Crediteuren en Verlies- en Winstrekening met een lange, stok in het zand werden ingetekend en de diverse kas- en bankmutaties in het zand 'ingeboekt en overgeboekt.
De examencommissie, bestaande o.a. uit de Burgemeester Kuntze, liep dus letterlijk ter controle van de debetzijde van het kasboek naar de creditzijde van het Bankboek, en zo voort. Het hele examen werd in bijna dodelijke ernst gedaan zowel door leerlingen als; hun examinatoren. Een onvergetelijke ervaring die nu nog helder voor de geest staat!
De tussentijdse rapporten zijn ter plaatse gemaakt op, het schaars beschikbare papier.
Voor het "getuigschrift" moest tot ná het einde van de oorlog gewacht worden toen papier voor dit doel beschikbaar kwam.