Op 25 januari 2011 is in zijn woonplaats Prévessin-Moëns, Frankrijk overleden Ir. Cornelis Sisselaar, voor de ex-geïnterneerden van de kampen Si Rengo Rengo en Aek Paminke op de oostkust van Sumatra beter bekend als luitenant Kees Sisselaar, de ‘bevrijder’ van de geïnterneerden in deze kampen. Hij was de eerste geallieerde en tevens enige Nederlandse militair, die het kamp Si Rengo Rengo 'binnenwandelde'; hij werd daarmee voor de geïnterneerden, die 3,5 jaar geïsoleerd doorgebracht hadden in de verschillende kampen op de oostkust, hét symbool van de bevrijding.
Kees Sisselaar werd op 8 augustus 1917 geboren in Tjimahi, in het toenmalige Nederlands Indië. Bij de Duitse inval in mei 1940 was hij dienstplichtig vaandrig; tijdens de capitulatie ontsnapte hij vanuit Hoek van Holland naar Engeland. In januari 1942 ging hij als vrijwilliger naar Ceylon, waar hij een paracommando opleiding volgde en in december 1942 deelnam aan de eerste operatie van het Korps Insulinde in de residentie Atjeh op de westkust van Sumatra ('Operatie Troemon').
Op 28 juni 1945 werd luitenant Sisselaar met drie anderen gedropt bij Padanglawas op de oostkust van Sumatra, ten zuidoosten van Rantauprapat, waar de grote Japanse interneringskampen Si Rengo Rengo (het mannenkamp) en Aek Paminke (de drie vrouwenkampen) lagen. Op 30 augustus kreeg hij de opdracht om naar Rantauprapat te gaan en contact te maken met de geïnterneerden in de kampen. Een dagboekschrijver schreef op 4 september: "Om 13.30 uur verscheen de luitenant Sisselaar, een stoere vent, in ons kamp. Hij werd luide toegejuicht en bij binnenkomst op de schouders gedragen. Op onze oude appèlplaats deed hij verschillende mededelingen, die ik jammer genoeg, omdat ik moest zagen, niet allemaal heb gehoord." (uit: Noord Sumatra in Oorlogstijd, S 1945, blz. 470). De vrouwen in Aek Paminke reageerden op hun manier op de eerste ontmoeting met luitenant Sisselaar: "Hij heeft een profiel als op schilderijen van oude Hollandse meesters of op kopergravures, draagt een knevel met punten, een sikje. Een jong gezicht met brutale helblauwe ogen – het type van de romanheld. De vrouwen die al deze tijd geen behoorlijke man gezien hebben, zijn weg van hem." Minder vrolijk was de toestand, waarin Sisselaar de kampbewoners aantrof. (Uit: J. Th. A. De Man: Opdracht Sumatra, het Korps Insulinde, blz. 136).
Zijn eerste zorg was de geïnterneerden aan voedsel, medicijnen en kleding te helpen. De houding van de bevolking tegenover de Nederlanders was in het begin voortreffelijk: zij konden zich buiten de kampen begeven, o.a. om hun vrouwen, kinderen en kennissen te bezoeken in de vrouwenkampen Aek Paminke. Eerst na het uitroepen van de republiek begin oktober in Medan veranderde de stemming; de Japanners die belast waren met het bewaren van orde en rust, kweten zich niet altijd even loyaal van deze taak.
De belangrijkste taak van luitenant Sisselaar was het ontruimen van de kampen en de organisatie van de transporten vanuit de kampen naar Medan. In 18 transporten werden de ruim 7 000 geïnterneerden overgebracht naar Medan, naar het Poloniakamp, een afgesloten stadsdeel van Medan. Ondanks de moeilijkheden die nationalisten tijdens de transporten veroorzaakten, verliep de evacuatie van de kampbewoners op een ordelijke wijze. Vooral dank zij de inzet en het organisatietalent van luitenant Sisselaar en zijn overwicht op de Japanse commandanten werden tussen 1 oktober en 1 november 1945 alle geïnterneerden per trein naar Medan vervoerd. Voor zijn verdiensten in Indië en daarna ontving Kees Sisselaar, kapitein b.d., in 1951 de dapperheidonderscheiding het Bronzen Kruis.
Het bestuur van de Stichting Noord Sumatra Documentatie heeft inmiddels namens de ex-geïnterneerden de nabestaanden gecondoleerd met het verlies van hun man, vader, grootvader en oom en hun sterkte toegewenst in de komende tijd.